Frontline Spot On Kat | bijsluiter

Naam en adres van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen
en de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte, indien verschillend

Registratiehouder:

Boehringer Ingelheim Animal Health Netherlands B.V.

Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:

Boehringer Ingelheim Animal Health France SCS

Frontline Spot-On KatAard van het middel

Antiparasitair middel.

Benaming van het diergeneesmiddel

FRONTLINE Spot On Kat
Fipronil

Gehalte aan werkzame en overige bestanddelen

Per pipet (0,5 ml):

Werkzaam bestanddeel: Fipronil 50 mg

Hulpstoffen:
Butylhydroxyanisol (E320) 0,1 mg
Butylhydroxytolueen (E321) 0,05 mg

Indicaties(s)

Bestrijding van vlooien (Ctenocephalides spp.);
Bestrijding van teken (Ixodes spp);
Bestrijding van bijtende luizen (Felicola subrostratus).
Het diergeneesmiddel kan gebruikt worden als onderdeel van een behandelingsstrategie tegen door vlooien veroorzaakte allergische dermatitis.

Contra-indicaties

In afwezigheid van beschikbare gegevens, het diergeneesmiddel niet toedienen aan kittens jonger dan 8 weken oud en/of aan kittens die minder dan 1 kg wegen.
Niet gebruiken bij zieke (systemische ziekten, koorts, etc.) of herstellende dieren.
Niet gebruiken bij konijnen, aangezien bijwerkingen en zelfs sterfte kunnen voorkomen.

Bijwerkingen

Voorbijgaande huidreacties op de toedieningsplaats (schilfering, lokaal haarverlies, jeuk, roodheid) en algemene jeuk of haarverlies werden zeer zelden gemeld na gebruik. Overmatig speekselen, braken of neurologische symptomen (depressie, overgevoeligheid, andere neurologische symptomen) zijn ook zelden waargenomen.

Indien het diergeneesmiddel opgelikt wordt, kan een korte periode van overmatig speekselen worden opgemerkt. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan het oplosmiddel.

De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:

  • Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerkingen(en))
  • Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
  • Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
  • Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
  • Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)

Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.

Doeldier

Kat.

Dosering en toedieningsweg

Dosering

50 mg fipronil per dier (1 pipet per dier).
In afwezigheid van veiligheidsstudies is het minimale behandelingsinterval 4 weken.

Toedieningswijze

Uitwendig op de huid, tussen de schouderbladen.

Gebruiksaanwijzing

Breek het topje van de “spot on” pipet af langs de breuklijn. Om aflikken te voorkomen dient de vacht tussen de schouderbladen opzij te worden geduwd tot de huid zichtbaar is. Plaats de top van de pipet op de huid en druk er een aantal keren op om de inhoud direct op de huid te brengen, eventueel op twee plaatsen.
Let er op dat de inhoud van de pipet niet in aanraking komt met de vingers.

Werkingsduur

De werkingsduur tegen vlooien is maximaal 5 weken en tegen teken maximaal  4 weken.

Aanwijzingen voor een juiste toediening

-

Wachttijd(en)

Niet van toepassing

Speciale waarschuwing(en)

Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort

Vermijd contact met de ogen van het dier.
Aanbevolen wordt alle aanwezige dieren te behandelen.

Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren

Het is belangrijk ervoor te zorgen dat het diergeneesmiddel op een plaats wordt toegediend waar het niet opgelikt kan worden en ervoor te zorgen dat dieren elkaar niet likken na de behandeling.Er zijn geen gegevens beschikbaar die het effect bestuderen van baden of wassen op de werkzaamheid van het diergeneesmiddel bij katten. Echter, gebaseerd op informatie beschikbaar bij honden die werden gewassen met een shampoo vanaf 2 dagen na behandeling, wordt aanbevolen om dieren niet te baden binnen 2 dagen na toediening van het diergeneesmiddel.
Er kan aanhechting voorkomen van een enkele teek. Hierdoor kan de overdracht van infectieuze ziekten onder ongunstige omstandigheden niet volledig uitgesloten worden.

Vlooien van huisdieren infesteren vaak de mand van het dier, de inhoud en de gewoonlijke rustplaatsen zoals tapijten en meubilair die behandeld moeten worden, in geval van een massale infestatie en bij de aanvang van de bestrijdingsmaatregelen, met een gepast bestrijdingsmiddel en door regelmatig stofzuigen.
Niet overdoseren.
De potentiele toxiciteit van dit diergeneesmiddel bij kittens, jonger dan 8 weken, die in contact komen met een behandeld moederdier is niet gedocumenteerd. Speciale aandacht dient te wordengegeven in dit geval.

Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient

Dit diergeneesmiddel kan irritatie van de slijmvliezen en ogen veroorzaken, daarom moet contact van het diergeneesmiddel met de mond en ogen vermeden worden. Dieren en toedieners met een gekende overgevoeligheid voor insecticiden of alcohol moeten contact met Frontline Spot On Kat vermijden. Vermijd dat de inhoud van de pipet in contact komt met de vingers. Indien dit optreedt, de handen wassen met zeep en water.
Na accidentele blootstelling moet het oog zorgvuldig met zuiver water worden gespoeld.
Handen na behandeling wassen.
Behandelde dieren mogen niet aangeraakt worden tot de toedieningsplaats droog is, en kinderen mogen niet met de behandelde dieren spelen totdat de toedieningsplaats droog is. Daarom wordt het aanbevolen om dieren niet tijdens de dag te behandelen, maar in de vroege avond en om recent behandelde dieren niet toe te laten om te slapen bij de eigenaren, in het bijzonder kinderen.
Tijdens de toepassing niet roken, drinken of eten.

Behandelde dieren niet in contact laten komen met leder, geverfde of verniste oppervlakten voordat de vacht droog is, omdat incidenteel kleurveranderingen kunnen voorkomen bij contact met het niet opgedroogde diergeneesmiddel

Dracht en lactatie

Het diergeneesmiddel kan worden gebruikt tijdens de dracht.
Voor behandeling tijdens de lactatie periode zie rubriek ‘speciale voorzorgsmaatergelen voor gebruik bij dieren.’

Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)

Er werden geen ongewenste effecten waargenomen in de veiligheidsstudies bij doeldieren na een maandelijkse behandeling van katten en kittens ouder dan 8 weken en die ongeveer 1 kg wogen met het 5-voudige van de aanbevolen dosering gedurende 6 opeenvolgende maanden. Het risico van optreden van ongewenste effecten kan echter stijgen wanneer overgedoseerd wordt (zie rubriek ‘Bijwerkingen’). Jeuk kan optreden na behandeling.
Bij toediening van een overdosis van het diergeneesmiddel zullen de haren op de behandelingsplaats er plakkerig uitzien. Indien dit mocht optreden, zal dit echter binnen 24 uur na toediening verdwijnen.

Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen van niet-gebruikte diergeneesmiddelen of eventueel afvalmateriaal

Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de nationale vereisten te worden verwijderd.
Het diergeneesmiddel dient niet in het oppervlaktewater terecht te komen, aangezien dit gevaarlijk kan zijn voor vissen en andere waterorganismen.

De datum waarop de bijsluiter voor het laatst is herzien**

19 juli 2023

Overige informatie

Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik.

Buiten het bereik en zicht van kinderen bewaren.

Registratienummer:  REG NL 8921

**Datum van toevoegen/wijziging van bovenstaande bijsluitertekst op diergeneesmiddelen.info: 23 augustus 2023 (NB het is mogelijk dat een eventuele nieuwere versie nog niet in de collectie van diergeneesmiddelen.info is verwerkt).

Status voor gebruik bij dieren in Nederland

Vrij verkrijgbaar zonder recept.