Emeprid oplossing voor injectie | bijsluiter

Naam en adres van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen
en de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte, indien verschillend

Registratiehouder:

CEVA Santé Animale B.V.
Tiendweg 8c
2671 SB Naaldwijk

Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:

CEVA Santé Animale
10 av. de La Ballastière
33500 Libourne
FRANCE

Aard van het middel

Anti-emeticum.

Benaming van het diergeneesmiddel

Emeprid 5 mg/ml voor injectie voor honden en katten
Metoclopramide hydrochloride

Gehalte aan werkzame en overige bestanddelen

Elke ml bevat:
Metoclopramide (als hydrochloride) 4,457 mg, overeenkomend met 5 mg metoclopramide hydrochloride.
Metacresol 2 mg

Heldere, kleurloze oplossing

Indicatie(s)

Symptomatische behandeling van braken en verminderde gastro-intestinale motiliteit geassocieerd met gastritis, pylorus spasme, chronische nefritis en spijsverteringsintolerantie voor bepaalde medicijnen.

Contra-indicaties

Niet gebruiken bij bekende overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen of één van de hulpstoffen.
Niet gebruiken in gevallen van gastro-intestinale perforatie of obstructie.
Niet gebruiken in geval van gastro-intestinale bloeding.

Bijwerkingen (frequentie en ernst)

In zeldzame gevallen werden extrapiramidale effecten gezien (agitatie, ataxie, abnormale posities of bewegingen, uitputting, tremoren en agressie, vocalisatie) na behandeling van honden en in zeer zeldzame gevallen na behandeling van katten.
Deze waargenomen effecten zijn voorbijgaand en verdwijnen zodra de behandeling is gestopt.

In zeer zeldzame gevallen kunnen allergische reacties optreden.

Alle bijwerkingen zijn gerangschikt op “frequentie” aan de hand van de volgende indeling:
- zeer vaak (meer dan 1 op de 10 dieren vertonen bijwerking(en) gedurende de duur van één behandeling)
- vaak (1 tot 10 van de 100 dieren)
- soms (1 tot 10 van de 1.000 dieren)
- zelden (1 tot 10 van de 10.000 dieren)
- zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)

Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.

Diersoorten waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is

Hond, kat.

Dosering en toedieningsweg

0,5 tot 1 mg metoclopramide hydrochloride per kg lichaamsgewicht per dag, via intraveneuze, intramusculaire of subcutane route verdeeld over 2 of 3 toedieningen.

Aanwijzingen voor een juiste toediening

2,5 tot 5 mg/10 kg (overeenkomend met 0,5 tot 1 ml/10 kg) tweemaal daags
of
1,7 tot 3,3 mg/10 kg (overeenkomend met 0,34 tot 0,6 ml/10 kg, driemaal daags.

Injecties kunnen herhaald worden met een interval van 6 uur.

Wachttermijn

Niet van toepassing

Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren

Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Geen speciale voorzorgen voor de bewaring van dit diergeneesmiddel.
Niet gebruiken na de vervaldatum vermeld op de verpakking en flacon na de letters EXP.
De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van die maand.
Houdbaarheid na eerste opening: 28 dagen.

Speciale voorzorgsmaatregelen bij gebruik

Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren

De dosering moet aangepast worden bij dieren met nier- of leverinsufficiëntie (als gevolg van verhoogd risico op bijwerkingen). Vermijd toediening aan dieren met epilepsie. Houd de dosering nauwlettend in de gaten, vooral bij katten en honden van kleine rassen.
Na langdurig braken moet een vocht- en elektrolyten vervangende therapie in overweging worden genomen.

Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient

Was de handen na toediening aan het dier.
In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.

In geval van accidentele blootstelling door morsen op de huid of in de ogen, onmiddellijk spoelen met veel water. Als er bijwerkingen optreden, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.

Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg

Uit laboratoriumstudies bij laboratoriumdieren zijn geen gegevens naar voren gekomen die wijzen op teratogene of foetotoxische effecten zien. Echter, studies bij laboratoriumdieren zijn beperkt en de veiligheid van het werkzame bestanddeel werd niet geëvalueerd bij de doeldieren.
Gebruik van het product tijdens dracht en lactatie moet bepaald worden overeenkomstig de baten/risicobeoordeling van de behandelend dierenarts.

Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

In geval van gastritis, vermijd de toediening van anticholinerge geneesmiddelen (atropine) aangezien deze het effect van metoclopramide op gastro-intestinale motiliteit kunnen tegenwerken.
Er is geen contra-indicatie voor het gebruik van anticholinerge geneesmiddelen in geval van gelijktijdige diarree.
Gelijktijdig gebruik van metoclopramide met neuroleptica, verkregen van phenotiazine (acepromazine) en butyrofenonen, verhoogt het risico op extrapiramidale effecten (zie rubriek 'Bijwerkingen'.)
Metoclopramide kan de werking van depressiva van het centrale zenuwstelsel potentiëren. In geval van gelijktijdig gebruik wordt het aanbevolen de laagste dosering van metoclopramide te gebruiken om overmatige sedatie te voorkomen.

Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)

De meeste klinische tekenen die werden gerapporteerd na overdosering zijn bekende extrapiramidale bijwerkingen (zie rubriek 'Bijwerkingen').
Bij afwezigheid van een specifiek antidoot, wordt het aanbevolen om het dier een rustige omgeving te bieden totdat de extrapiramidale bijwerkingen zijn verdwenen.
Metoclopramide wordt snel gemetaboliseerd en geëlimineerd, bijwerkingen verdwijnen gewoonlijk snel.

Onverenigbaarheden

Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, moet het diergeneesmiddel niet met andere diergeneesmiddelen worden vermengd.

Speciale voorzorgsmaatregelen voor de verwijdering van het ongebruikte diergeneesmiddel of eventueel uit het gebruik van een dergelijk middel voortvloeiend afvalmateriaal

Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de nationale vereisten te worden verwijderd.

De datum waarop de bijsluiter voor het laatst is herzien**

17 juni 2015

Overige informatie

Uitsluitend door dierenartsen te gebruikenVerpakking: Kartonnen doos met 1 flacon van 10 ml.

Registratienummer: REG NL 106870

**Datum laatste aanpassing bovenstaande bijsluitertekst op diergeneesmiddelen.info: 27 februari 2017 (NB het is mogelijk dat een eventuele nieuwere versie nog niet in de collectie van diergeneesmiddelen.info is verwerkt).

Status voor gebruik bij dieren in Nederland

Uitsluitend door dierenartsen te gebruiken.