Vanguard 7 | bijsluiter

Naam en adres van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen
en de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte, indien verschillend

Registratiehouder:

Zoetis B.V.
Rivium Westlaan 74
2909 LD Capelle a/d IJssel
Nederland

Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:

Zoetis Belgium SA
Rue Laid Burniat 1
1348 Louvain-la-Neuve
België

Aard van het middel

Vaccin

Benaming van het diergeneesmiddel

Vanguard 7

Gehalte aan werkzame en overige bestanddelen

Na reconstitutie bevat één dosis van 1 ml:

  • levend geattenueerd hondenziekte virus, stam N-CDV: minstens 103,0 CCID50 *
  • levend geattenueerd Canine Adeno Virus type 2, stam Manhattan: minstens 103,2 CCID50 *
  • levend geattenueerd Canine Paraïnfluenza Virus type 5 (NL-CPI-5): minstens 106,0 CCID50 *
  • levend geattenueerd Canine Parvo Virus, stam NL-35-D 35e passage: minstens 107,0 CCID50 *
  • met thiomersal geïnactiveerde Leptospira interrogans fractie:
    serovar canicola: minstens 40 Hamster-PD80**
    serovar icterohaemorrhagiae: minstens 40 Hamster-PD80**

* CCID50: Cell Culture Infective Dose 50%
** Hamster-Protective Dosis, 80%

Indicatie(s)

Actieve immunisatie van honden vanaf de leeftijd van 12 weken:

  • tegen hondenziekte,
  • tegen aandoeningen veroorzaakt door hondenhepatitisvirus,
  • ter preventie van klinische verschijnselen inclusief leucopenie en ter vermindering van virusuitscheiding veroorzaakt door canine parvovirus (type 2a),
  • ter preventie van sterfte en klinische verschijnselen, inclusief leucopenie en ter vermindering van virusuitscheiding veroorzaakt door canine parvovirus (typen 2b en 2c),
  • tegen respiratoire aandoeningen veroorzaakt door canine adenovirus type 2 en canine parainfluenza virus,
  • Partiële actieve immunisatie tegen leptospirosis veroorzaakt door Leptospira interrogans serovars canicola en
    icterohaemorrhagiae.

De gegevens uit het dossier, gebaseerd op challenge-studies, ondersteunen een immuniteitsduur van 3 maanden tegen hondenziekte en een immuniteitsduur van 1 maand tegen aandoeningen veroorzaakt door hondenhepatitis virus, canine adenovirus type 2 en canine para-influenza virus, na vaccinatie volgens voorschrift.

Uit serologisch onderzoek is gebleken dat bij de meeste honden, na de eerste herhalingsvaccinatie, toegediend een jaar na de basisvaccinatie, gedurende tenminste vier jaar een beschermende antistoftiter aangetoond kan worden tegen de virale componenten van het vaccin (met uitzondering van canine paraïnfluenza virus).

Aanvang van de immuniteit tegen canine parvovirus type 2b: 7 dagen na de eerste vaccinatie.

Contra-indicatie(s)

Gebruik van hyperimmuunserum of immunodepressiva binnen 1 maand na vaccinatie.

Bijwerkingen (frequentie en ernst)

Een lokale, soms pijnlijke reactie kan voorkomen op de injectieplaats.

In uitzonderlijke gevallen kan vlak na de vaccinatie een tijdelijke verhoging van lichaamstemperatuur en/of een tijdelijke
acute overgevoeligheidsreactie (anafylaxis) optreden met symptomen zoals lethargie, oedeem in de kop, pruritus, dyspneu, braken, diarree of neervallen.

Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.

Diersoorten waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is

Hond.

Dosering voor elke doeldiersoort, wijze van gebruik en toedieningsweg(en)

Toediening

De vloeibare fractie van het vaccin wordt gebruikt als suspendeer vloeistof voor de gevriesdroogde fractie en het vaccin dient na het suspenderen direct subcutaan toegediend te worden.

Dosering

Vóór de leeftijd van 12 weken:
Vaccinatie(s) tegen hondenziekte, besmettelijke hondenhepatitis virus, canine parvovirus, canine adenovirus type 2, canine paraïnfluenza virus en leptospirosis.

Vanaf de leeftijd van 12 weken:
Basisvaccinatie met dit middel (na voorafgaande vaccinatie(s) vóór de leeftijd van 12 weken).

  • tegen aandoeningen veroorzaakt door het hondenziekte virus, besmettelijke hondenhepatitis virus, canine parvovirus, respiratoire aandoeningen, veroorzaakt door canine adenovirus type 2 en canine paraïnfluenza virus: enkelvoudige vaccinatie met één dosis per dier;
  • tegen leptospirose: tweevoudige vaccinatie met telkens één dosis per dier met een interval van 2-3 weken;
  • het verdient aanbeveling de vaccinatie tegen canine parvovirus te herhalen op een leeftijd van 16-18 weken.

Boostervaccinatie:
1 jaar na de basisvaccinatie met 1 dosis per dier.

Hervaccinaties:
Voor het handhaven van de immuniteit worden de volgende intervallen voor hervaccinatie aanbevolen:

- een jaarlijkse hervaccinatie tegen Leptospira interrogans
- een hervaccinatie met een interval van 3 jaar tegen de virale componenten.

Aanwijzingen voor een juiste toediening

Los de gelyofiliseerde pellet op met behulp van de bijbehorende vloeibare vaccinfractie.
De ontstane dosis van 1 ml suspensie vloeistof dient direct subcutaan te worden toegediend.

Wachttermijn

Niet van toepassing

Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren

Zie datum vermeld op de verpakking.
Na suspenderen het vaccin direct gebruiken, niet bewaren.

Voorzorgsmaatregelen bij bewaren

Bewaren en vervoeren (in een koelkast) bij 2°C - 8°C.
Beschermen tegen licht.
Niet invriezen.
Buiten het bereik en zicht van kinderen bewaren.

Speciale waarschuwingen

Niet gebruiken tijdens de gehele drachtperiode.

Beschikbare gegevens ten aanzien van de veiligheid en werkzaamheid tonen aan dat dit vaccin subcutaan bij honden kan worden toegediend op dezelfde dag, als Vanguard R, zowel gemengd in een spuit als op verschillende injectieplaatsen.
De duur van de immuniteit voor de Vanguard range wanneer gebruikt met Vanguard R is niet vastgesteld.

Maternale antilichamen kunnen het resultaat van de vaccinatie ongunstig beïnvloeden.
Uitsluitend gezonde dieren te vaccineren.
Indien na vaccinatie anafylaxie optreedt, dient, ongeacht de oorzaak, adrenaline of een soortgelijk product te worden toegediend.
Geen chemisch gesteriliseerde naalden of injectiespuiten gebruiken.
Handen en het gebruikte vaccinatie materiaal na de vaccinatie wassen en desinfecteren.
Niet vermengen met enig ander diergeneesmiddel anders dan Vanguard R.

Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen van niet-gebruikte diergeneesmiddelen of eventuele restanten hiervan

Verwijder de restanten van het middel door koken, verbranding of onderdompeling in een geschikt desinfectiemiddel, in overeenstemming met de nationale eisen.
Vraag aan uw dierenarts hoe u overtollige geneesmiddelen verwijdert. Deze maatregelen dienen tevens ter bescherming van het milieu.

De datum waarop de bijsluiter voor het laatst is herzien***

27 augustus 2013

Overige informatie

Uitsluitend door dierenartsen te gebruiken Registratienummer: REG NL 8369

***Datum van toevoeging van bovenstaande bijsluitertekst aan diergeneesmiddelen.info: 4 december 2014 (NB het is mogelijk dat een eventuele nieuwere versie nog niet in de collectie van diergeneesmiddelen.info is verwerkt).

Status voor gebruik bij dieren in Nederland

Uitsluitend door dierenartsen te gebruiken.