Naam en adres van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen
en de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte, indien verschillend
Registratiehouder:
|
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:Klocke Verpackungs-Service GmbH |
Aard van het middel
Antiparasitair middel.
Benaming van het diergeneesmiddel
Fiprodog 67 mg spot-on oplossing voor kleine honden
Fiprodog 134 mg spot-on oplossing voor middelgrote honden
Fiprodog 268 mg, spot-on oplossing voor grote honden
Fiprodog 402 mg, spot-on oplossing voor hele grote honden
Fipronil
Gehalte aan werkzame en overige bestanddelen
Werkzame bestanddelen
Elke pipet van Fiprodog 67 mg bevat: Fipronil 67 mg
Elke pipet van Fiprodog 134 mg bevat: Fipronil 134 mg
Elke pipet van Fiprodog 268 mg bevat: Fipronil 268 mg
Elke pipet van Fiprodog 402 mg bevat: Fipronil 402 mg
Hulpstoffen
Butylhydroxyanisol (E320)
Butylhydroxytolueen (E321)
Heldere, kleurloze tot gelige oplossing
Indicatie(s)
Voor de behandeling van vlooieninfestaties (Ctenocephalides spp.) bij honden.
Heeft een insecticide werking tot 6 weken tegen nieuwe vlooieninfestaties.
Het product kan worden gebruikt als onderdeel van een behandelingsstrategie tegen door vlooien veroorzaakte allergische dermatitis indien dit eerder is vastgesteld door een dierenarts.
Hoewel het product niet altijd een direct acaricide effect vertoont (verschillende teken kunnen nog aanwezig zijn na 48 uur), heeft het een aanhoudend acaricide effect tot 4 weken tegen Dermacentor variabilis en tot 3 weken tegen Rhipicephalus sanguineus.
Contra-indicatie(s)
Omdat er geen gegevens beschikbaar zijn, dient het diergeneesmiddel niet gebruikt te worden bij pups jonger dan 2 maanden en/of pups die minder dan 2 kg wegen.
Niet gebruiken bij zieke (systemische ziekten, koorts, etc.) of herstellende dieren.
Niet gebruiken bij konijnen, aangezien bijwerkingen en zelfs overlijden het gevolg kunnen zijn.
Dit diergeneesmiddel is speciaal ontwikkeld voor honden. Gebruik het niet bij katten omdat dit tot overdosering kan leiden.
Niet gebruiken bij dieren met een overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of een van de hulpstoffen.
Bijwerkingen
Indien het product opgelikt wordt, kan een korte periode van verhoogde speekselproductie optreden, voornamelijk veroorzaakt door de eigenschappen van de dragerstof in het product.
Onder de zeer zelden optredende bijwerkingen na gebruik zijn gemeld: voorbijgaande huidreacties op de toedieningsplaats (schilferen, alopecia, pruritus en erytheem) en algemene pruritus of alopecia.
Na gebruik zijn bij uitzondering overmatig speekselen, reversibele neurologische verschijnselen (hyperesthesie, depressie, aandoeningen van het zenuwstelsel), braken of ademhalingsproblemen gerapporteerd.
Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
Diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Fiprodog 67 mg: hond (2-10 kg)
Fiprodog 134 mg: hond (10-20 kg)
Fiprodog 268 mg: hond (20-40 kg)
Fiprodog 402 mg: hond (40-60 kg)
Dosering en toedieningsweg
Dosering en toedieningsweg:
Uitsluitend voor toepassing op de huid.
- 1 pipet Fiprodog 67 mg van 0,67 ml is voldoende voor de behandeling van een hond met een lichaamsgewicht van 2 tot 10 kg overeenkomend met de aanbevolen minimale dosis van 6,7 mg fipronil/kg lichaamsgewicht.
- 1 pipet Fiprodog 134 mg van 1,34 ml is voldoende voor de behandeling van een hond met een lichaamsgewicht van 10 kg tot 20 kg overeenkomend met de aanbevolen minimale dosis van 6,7 mg fipronil/kg lichaamsgewicht.
- 1 pipet Fiprodog 268 mg van 2,68 ml is voldoende voor de behandeling van een hond met een lichaamsgewicht van 20 kg tot 40 kg overeenkomend met de aanbevolen minimale dosis van 6,7 mg fipronil/kg lichaamsgewicht.
- 1 pipet Fiprodog 402 mg van 4,02 ml is voldoende voor de behandeling van een hond met een lichaamsgewicht van 40 kg tot 60 kg overeenkomend met de aanbevolen minimale dosis van 6,7 mg fipronil/kg lichaamsgewicht.
- Voor honden die zwaarder wegen dan 60 kg gebruikt u twee pipetten van 2,68 ml.
Het minimale interval tussen twee behandelingen dient niet korter te zijn dan 4 weken.
Aanwijzingen voor een juiste toediening
Maak een van de blisters los van de doordrukstrip. Dit voorkomt dat de naastgelegen doordrukverpakking per ongeluk open gaat en beschermt de ongeopende pipetten tegen vocht. Open de blister met een schaar. Om beschadiging van de pipet te voorkomen knipt u langs de knipmarkering. Trek de folie voorzichtig los en neem de pipet uit de verpakking.
Houd de pipet rechtop. Tik zachtjes om alle vloeistof in het dikste gedeelte van de pipet te laten vloeien. Buig de bovenste randstrip naar achteren. De pipet kan vervolgens weggezet worden, indien dat nodig is. Om de pipet te openen breekt u de punt van de pipet langs de stippellijn af.
Duw de vacht tussen de schouderbladen opzij totdat de huid zichtbaar wordt. Plaats de punt van de pipet op de huid en knijp een aantal keer in de pipet om hem helemaal te legen op één plaats op de huid.
Bij aanbrengen van de oplossing achterop de kop is de kans dat het dier de oplossing oplikt zo klein mogelijk. Men moet er op letten dat dieren de oplossing niet bij elkaar oplikken.
Men dient zeer nat worden van het haar met het product te vermijden omdat dit ervoor zal zorgen dat de haren op de toedieningsplaats aan elkaar gaan plakken. Echter, indien dit gebeurt zal het effect binnen 24 uur na aanbrengen vanzelf verdwijnen.
Voor de behandeling en preventie van vlooienallergie wordt aanbevolen dat allergische patiënten en alle andere honden en katten in het huishouden maandelijks worden behandeld.
Wachttermijn
Niet van toepassing
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking.
Buiten het bereik en zicht van kinderen bewaren.
Niet te gebruiken na de vervaldatum vermeld op het etiket na EXP.
Speciale waarschuwingen
Het diergeneesmiddel voorkomt geen tekeninfestaties.
Teken zullen meestal binnen 48 uur na de infestatie sterven. Er kunnen echter nog vastzittende teken (zowel dood als levend) worden waargenomen na die tijd. Sommige van deze teken hebben een bloedmaaltijd gehad.
De sterfte vindt meestal plaats voordat de teek zich volledig heeft vastgehecht zodat het risico van overdracht van infectieziekten minimaal is, maar niet volledig kan worden uitgesloten. Zodra de teken dood zijn vallen zij van het dier af; resterende teken kunnen door zachtjes trekken worden verwijderd.
Voor de optimale controle van vlooienplagen in huishoudens met meerdere dieren, dienen alle honden en katten behandeld te worden met een goedgekeurd insecticide.
De vlooien van huisdieren bevinden zich vaak ook in de manden, bekleding en de gebruikelijke rustplaatsen, zoals tapijten en gestoffeerd meubilair, die in geval van een grote plaag in het begin van de bestrijding behandeld moeten worden met een geschikt insecticide en door regelmatig stofzuigen.
Van het één a twee uur voor behandeling wassen met een medische shampoo, gevolgd door grondig drogen, en het eenmaal per week
baden gedurende een periode van 6 weken is aangetoond dat het de werking van dit geneesmiddel tegen vlooien niet beïnvloedt.
Gedurende twee dagen na de behandeling met het diergeneesmiddel moet baden en erg nat worden van de vacht worden vermeden.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Het dier moet voor behandeling precies worden gewogen.
Het is belangrijk het product aan te brengen op een plaats waar het dier het niet af kan likken. Laat recent behandelde dieren elkaar niet aflikken.
Vermijd contact met de ogen van het dier. Indien het diergeneesmiddel in contact komt met de ogen, spoel deze dan onmiddellijk grondig met water.
Breng het diergeneesmiddel niet aan op wonden of huidlaesies.
Er kan een aanhechting voorkomen van een enkele teek. Om deze reden kan een overdracht van infectieuze ziekten in het ongunstigste geval niet volledig worden uitgesloten.
Er werden geen specifieke studies uitgevoerd met betrekking tot de veiligheid van het product bij herhaalde toediening of bij overdosering vanwege het bekende veiligheidsprofiel van het werkzame bestanddeel en de hulpstoffen.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
Dit diergeneesmiddel kan irritatie van de slijmvliezen en ogen. Vermijd daarom contact van het product met de mond en de ogen.
Als het diergeneesmiddel in contact komt met de ogen, spoel deze dan onmiddellijk grondig met water. Als de oogirritatie aanhoudt, zoek dan medische hulp en toon de bijsluiter of het etiket van dit product.
Vermijd contact met de huid. Als het product met de huid in contact komt, was dan met water en zeep. Was uw handen na gebruik.
Tijdens het aanbrengen niet eten, drinken of roken.
Dieren of toedieners met een bekende overgevoeligheid voor fipronil of een van de bestanddelen dienen contact met het diergeneesmiddel te vermijden.
De behandelde dieren dienen niet te worden aangeraakt totdat de toedieningsplaats droog is. Kinderen mogen niet met de behandelde dieren spelen totdat de opbrengplaats droog is.
Geadviseerd wordt daarom de dieren niet overdag te behandelen maar in de vroege avond en recent behandelde dieren niet toe te staan bij de eigenaar te slapen, met name niet bij kinderen.
Andere voorzorgsmaatregelen
Honden mogen niet zwemmen in waterlopen gedurende 2 dagen na het aanbrengen (zie rubriek "Speciale voorzorgsmaatregelen voor de verwijdering van het ongebruikte diergeneesmiddel of eventueel uit het gebruik van een dergelijk middel voortvloeiend afvalmateriaal").
Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
Laboratoriumonderzoek met fipronil heeft geen teratogene of embryotoxische effecten aangetoond. Er zijn geen onderzoeken uitgevoerd op drachtige of lacterende honden waarbij dit diergeneesmiddel werd gebruikt. Het gebruik tijdens de dracht en/of lactatie dient daarom uitsluitend plaats te vinden na een relevante baten/risico beoordeling door de behandelend dierenarts.
Overdosering
De toxiciteit van het diergeneesmiddel voor toepassing op de huid is zeer klein. Het risico van bijwerkingen kan echter toenemen bij overdosering. Dieren moeten daarom altijd worden behandeld met de pipetmaat die overeenkomt met hun lichaamsgewicht.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen van niet-gebruikte diergeneesmiddelen of eventuele restanten hiervan
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de nationale vereisten te worden verwijderd.
Het middel dient niet in de waterloop terecht te komen, aangezien dit gevaar kan opleveren voor vissen en andere waterorganismen.
De datum waarop de bijsluiter voor het laatst is herzien**
18 januari 2011
Overige informatie
Het diergeneesmiddel verspreidt zichzelf binnen 24 - 48 uur over de gehele huid van het dier.
Verpakkingsgrootten:
Een doordrukstrip bestaat uit 3 blisters met elk een pipet.
Verpakkingen met 3, 6, 12, 24, 60 en 120 pipetten.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Registratienummer:
Fiprodog 67 mg spot-on oplossing voor kleine honden: REG NL 106393
Fiprodog 134 mg spot-on oplossing voor middelgrote honden: REG NL 106394
Fiprodog 268 mg, spot-on oplossing voor grote honden: REG NL 106395
Fiprodog 402 mg, spot-on oplossing voor hele grote honden: REG NL 106396
**Datering van bovenstaande bijsluitertekst: 18 januari 2011 (NB het is mogelijk dat een eventuele nieuwere versie nog niet in de collectie van diergeneesmiddelen.info is verwerkt).
Status voor gebruik bij dieren in Nederland
Vrij verkrijgbaar zonder recept.