Midaspot spot-on oplossing | bijsluiter

Naam en adres van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen
en de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte, indien verschillend

Registratiehouder:

Norbrook Laboratories Limited
Station Works, Newry
Co. Down
BT35 6JP
Noord-Ierland

Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:

Norbrook Laboratories Limited
105 Armagh Road
Newry
Co. Down, BT35 6PU
Noord-Ierland

MidaspotAard van het middel

Antiparasitair middel.

Benaming van het diergeneesmiddel

Midaspot 40 mg Spot-on-oplossing voor kleine katten en kleine honden
Midaspot 80 mg spot-on-oplossing voor grote katten
Midaspot 100 mg spot-on-oplossing voor middelgrote honden
Midaspot 250 mg spot-on-oplossing voor grote honden
Midaspot 400 mg spot-on-oplossing voor zeer grote honden

Imidacloprid

Gehalte aan werkzame en overige bestanddelen

Per pipet:

Diergeneesmiddel Werkzaam bestanddeel
Imidacloprid
Hulpstof
Butylhydroxytolueen (E321)
Midaspot 40 mg Spot-on-oplossing 40 mg 0,4 mg
Midaspot 80 mg Spot-on-oplossing 80 mg 0,8 mg
Midaspot 100 mg Spot-on-oplossing 100 mg 1,0 mg
Midaspot 250 mg Spot-on-oplossing 250 mg 2,5 mg
Midaspot 400 mg Spot-on-oplossing 400 mg 4,0 mg

Spot-on-oplossing
Een heldere lichtgele tot gele oplossing

Indicatie(s)

Voor honden en katten van minder dan 4 kg:
Preventie en behandeling van infestaties door vlooien (Ctenocephalides felis).
Het diergeneesmiddel vertoont onmiddellijk insecticidaal effect en aanhoudende insecticidale activiteit gedurende maximaal 4 weken bij honden en katten.            

Contra-indicatie(s)

Niet gespeende kittens of pups van minder dan 8 weken oud niet behandelen.
Niet gebruiken bij dieren waarvan bekend is dat ze overgevoelig zijn voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.

Bijwerkingen (frequentie en ernst)

Het diergeneesmiddel smaakt bitter en soms kan kwijlen voorkomen als het dier de aanbrengingsplaats direct na behandeling likt. Dit is geen teken van intoxicatie en verdwijnt binnen een paar minuten zonder behandeling.
In zeer zeldzame gevallen kunnen huidreacties zoals haaruitval, roodheid, jeuk en huidlaesies optreden. In uitzonderlijke gevallen is ook melding gemaakt van agitatie, overmatig kwijlen en zenuwsymptomen zoals incoördinatie, tremor en depressie.

Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.

Diersoorten waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is

Kat en hond.

Dosering voor elke doeldiersoort, wijze van gebruik en toedieningsweg(en)

Spot-on-gebruik

Dosering en behandelingsschema

Kat
lichaamsgewicht
Diergeneesmiddel Aantal pipetten Imidacloprid
(mg/kg lg)
Minder dan 4 kg Midaspot 40 mg spot-onoplossing voor kleine katten en kleine honden 1 x 0,4 ml Minimaal 10
Meer dan 4 kg Midaspot 80 mg spot-onoplossing voor grote katten 1 x 0,8 ml Minimaal 10
Hond
lichaamsgewicht
Diergeneesmiddel Aantal pipetten Imidacloprid
(mg/kg lg)
Minder dan 4 kg Midaspot 40 mg spot-onoplossing voor kleine katten en kleine honden 1 x 0,4 ml Minimaal 10
Van 4 tot 10 kg Midaspot 100 mg spot-onoplossing voor middelgrote honden 1 x 1,0 ml Minimaal 10
Van 10 tot 25 kg Midaspot 250 mg spot-onoplossing voor grote honden 1 x 2,5 ml Minimaal 10
Van 25 tot 40 kg Midaspot 400 mg spot-onoplossing voor zeer grote honden 1 x 4,0 ml Minimaal 10
Meer dan 40 kg Midaspot 400 mg spot-onoplossing voor zeer grote honden 2 x 4,0 ml Minimaal 10

De behandeling dient na 4 weken te worden herhaald.
Het diergeneesmiddel vertoont onmiddellijk insecticidaal effect en aanhoudende insecticidale activiteit gedurende maximaal 4 weken bij honden en katten. Als binnen 4 weken herbehandeling nodig is, mag niet vaker dan wekelijks worden behandeld.

Methode van toediening

Rechtop houden. Tik op het smalle gedeelte van de pipet om ervoor te zorgen dat de inhoud zich in het hoofdgedeelte van de pipet bevindt. Breek het topje van de pipet met spot-on-oplossing langs de ingekerfde lijn af.

Midaspot

Om te verwijderen uit het zakje, gebruik een schaar of
1. vouw langs de diagonale lijn zodat de inkeping zichtbaar is
2. scheur bij de inkeping in
3. draai aan de bovenkant om te openen

Toediening bij de kat
Scheid het haar op de nek van de kat bij de basis van de schedel totdat de huid zichtbaar is.

Midaspot

Plaats de punt van de pipet op de huid en knijp meerdere keren stevig om de inhoud direct op de huid aan te brengen.

Voor honden met minder dan 25 kilo lichaamsgewicht
Scheid (met de hond in staande positie) de vacht tussen de schouderbladen totdat de huid zichtbaar is.

Midaspot toedienen bij hond

Duw de haren weg/ breng aan op de huid
Plaats de punt van de pipet op de huid en knijp meerdere keren stevig om de inhoud direct op de huid aan te brengen.

Voor honden met 25 kg lichaamsgewicht en meer:
De hond dient te staan om het aanbrengen makkelijk te maken. De gehele inhoud van de pipet(ten) dient gelijkmatig te worden aangebracht op drie of vier plekken die zich allemaal op verschillende aanbrengingsplaatsen bevinden langs de dorsolumbale lijn van de schouder naar de staartbasis. Op elke plek dient de vacht te worden gescheiden totdat de huid zichtbaar is.

Midaspot toedienen bij hond meer dan 25 kg

Duw de haren weg/ breng aan op de huid

Plaats de punt van de pipet op de huid en knijp voorzichtig om een deel van de inhoud direct op de huid aan te brengen.

Alle soorten
Breng geen overmatige hoeveelheid van de oplossing op een plek aan waardoor wat van de oplossing van de zij van de hond zou kunnen aflopen.
Het diergeneesmiddel smaakt bitter en soms kan kwijlen voorkomen als de hond de aanbrengingsplaats direct na behandeling likt. Dit is geen teken van intoxicatie en verdwijnt binnen enkele minuten zonder behandeling. Als het diergeneesmiddel correct wordt aangebracht, zal de hond zo min mogelijk kans hebben om het diergeneesmiddel af te likken.

Aanwijzingen voor een juiste toediening

Plaats de punt van de pipet op de huid en knijp meerdere keren stevig om de inhoud direct op de huid aan te brengen.
Als het diergeneesmiddel bij de basis van de schedel wordt aangebracht, zal het dier zo min mogelijk kans hebben om het diergeneesmiddel af te likken.
Voorzichtigheid is geboden om te vermijden dat het haar overmatig nat wordt gemaakt met het diergeneesmiddel, aangezien dit veroorzaakt dat de haren er op de behandelingsplaats plakkerig uitzien. Als dit gebeurt, zal dit echter binnen 24 uur na het aanbrengen verdwijnen.
Dieren dienen nauwkeurig te worden gewogen voorafgaand aan behandeling.

Wachttermijn

Niet van toepassing

Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren

Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Voor dit diergeneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Niet gebruiken na de vervaldatum die op de doos is vermeld.

Speciale waarschuwingen

Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren

Dit diergeneesmiddel is alleen bestemd voor topicaal gebruik en moet niet oraal worden toegediend.
Alleen aanbrengen op onbeschadigde huid.
Voorzichtigheid is geboden om te vermijden dat de inhoud van de pipet in contact komt met de ogen of mond van het ontvangende dier.
Recent behandelde dieren elkaar niet laten verzorgen.

Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient

De aanbrengingsplaats niet masseren.
Dit diergeneesmiddel bevat benzylalcohol en kan leiden tot huidsensibilisatie of voorbijgaande huidreacties (bijvoorbeeld irritatie, tintelingen).
Vermijd contact tussen het diergeneesmiddel en huid, ogen of mond.
Niet eten, drinken of roken tijdens het aanbrengen.
Eventuele huidverontreiniging met zeep en water afwassen.
Als het diergeneesmiddel per ongeluk in de ogen komt, dienen de ogen grondig met water te worden uitgespoeld.
Als huid- of oogirritatie aanhoudt, dient medische hulp te worden ingeroepen.
Als het diergeneesmiddel per ongeluk wordt ingeslikt, dient onmiddellijk medische hulp te worden ingeroepen.
Na gebruik grondig handen wassen.
Na het aanbrengen dieren niet aaien of verzorgen totdat de aanbrengingsplaats droog is.
Mensen met een bekende huidovergevoeligheid kunnen bijzonder gevoelig zijn voor het diergeneesmiddel.

Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)

Bij katten werden geen ongewenste klinische tekenen teweeggebracht door doses tot vijf keer de therapeutische dosis toen deze topicaal werden toegediend aan kittens bij drie of vijf gelegenheden met een tussenperiode van zeven dagen.
Bij honden werden geen ongewenste klinische tekenen teweeggebracht door doses tot vijf keer de therapeutische dosis toen deze topicaal werden toegediend aan puppy’s bij drie gelegenheden met een tussenperiode van veertien dagen.

In zeldzame gevallen van overdosering of aflikken van de behandelde vacht/haren kunnen aandoeningen van het zenuwstelsel (zoals spiertrekkingen, tremor, ataxie, mydriase, miose, lethargie) voorkomen.
Vergiftiging na onbedoelde orale inname is bij zowel mensen als dieren onwaarschijnlijk. In dit geval dient de behandeling symptomatisch te zijn. Er is geen specifiek antidotum bekend, maar toediening van geactiveerde kool kan een gunstig effect hebben.

Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

Op basis van gegevens over andere vergelijkbare diergeneesmiddelen zijn geen onverenigbaarheden waargenomen tussen in tweemaal de aanbevolen dosis aangebracht imidacloprid en lufenuron, febantel, pyrantel en praziquantel. Er is tevens aangetoond dat imidacloprid onder praktijkomstandigheden verenigbaar is met een grote verscheidenheid aan routinebehandelingen, waaronder vaccinatie.

Andere voorzorgsmaatregelen

Nadat de behandeling is gestart kan gedurende zes weken of langer herinfestatie door het verschijnen van nieuwe vlooien in de omgeving blijven plaatsvinden. Afhankelijk van de vlooienconcentratie in de omgeving kan daarom meer dan één behandeling nodig zijn. Om de blootstelling vanuit de omgeving te helpen verminderen, wordt het gebruik van een geschikte omgevingsbehandeling tegen volwassen vlooien en zich ontwikkelende stadia hiervan aangeraden. Teneinde de blootstelling vanuit de omgeving verder te verminderen, wordt aangeraden om alle honden, katten en konijnen in het huishouden met een geschikt diergeneesmiddel te behandelen. Behandeling van zogende teven bestrijdt vlooieninfestaties bij zowel moederdier als jongen. Na 48 uur blijft het diergeneesmiddel effectief als het dier nat wordt. In het geval van frequent zwemmen, baden of shampooën kan echter herbehandeling nodig zijn, afhankelijk van de aanwezigheid van vlooien in de omgeving. In dit geval niet vaker dan één keer per week behandelen.

Het oplosmiddel in dit diergeneesmiddel kan vlekken geven op bepaalde materialen, waaronder leer, textiel, kunststof en afgewerkte oppervlakken. Laat de aanbrengingsplaats drogen voordat u contact met dergelijke materialen toestaat. Imidacloprid is toxisch voor waterorganismen. Om ongewenste effecten op waterorganismen te vermijden, moet men behandelde honden gedurende 48 uur na behandeling niet in oppervlaktewater laten gaan.

Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen van niet-gebruikte diergeneesmiddelen of eventuele restanten hiervan

Imidacloprid kan ongewenste effecten hebben op waterorganismen. Zorg ervoor dat vijvers/meertjes, oppervlaktewateren of sloten niet met het diergeneesmiddel of lege verpakkingen worden verontreinigd.

Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de nationale vereisten te worden verwijderd.

De datum waarop de bijsluiter voor het laatst is herzien**

4 december 2014  

Overige informatie

Imidacloprid, 1-(6-chloor-3-pyridylmethyl)-N-nitro-imidazolidin-2-ylideeneamine is een ectoparasiticide behorende tot een groep van chloornicotinyl-verbindingen. Chemisch wordt de stof nauwkeuriger beschreven als een chloornicotinyl-nitroguanidine.

Werking

De stof heeft een hoge affiniteit voor de nicotinerge acetylcholinereceptoren in het post-synaptische gebied van het centrale zenuwstelsel (CZS). De hieruit volgende remming van cholinerge transmissie bij insecten resulteert in paralyse en de dood. Vanwege de zwakke interactie met nicotinerge receptorplaatsen van zoogdieren en de veronderstelde slechte penetratie van de bloed-hersenbarrière bij zoogdieren, heeft het middel vrijwel geen effect op het CZS van zoogdieren. De minimale farmacologische activiteit bij zoogdieren wordt ondersteund door veiligheidsstudies met systemische toediening van sub-lethale doses aan konijnen, muizen en ratten.

Bij verdere studies is naast de werkzaamheid van imidacloprid tegen volwassen vlooien, een larvicide werking tegen vlooien in de omgeving van het behandelde huisdier aangetoond. Larvale stadia in de omgeving van het huisdier worden na contact met een behandeld dier gedood.

Informatie over de verpakking:
4,0 ml, pipet gevormd uit een film samengesteld uit 3 lagen: een polypropyleen/COC/polypropyleen, oplosmiddelvrij laklaminaat en een copolymeer van polyethyleen/EVOH/polyethyleen. De pipetten zijn geseald in een kindveilige 4-laagse folie sachet samengesteld uit LDPE/nylon/aluminiumfolie/polyesterfilm en geleverd in een buitendoos.

Dozen met 1, 3, 4, 6 en 24 pipetten.

Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

Registratienummer:
Midaspot 40 mg Spot-on-oplossing voor kleine katten en kleine honden: REG NL 112722
Midaspot 80 mg spot-on-oplossing voor grote katten: REG NL 112725
Midaspot 100 mg spot-on-oplossing voor middelgrote honden: REG NL 112726
Midaspot 250 mg spot-on-oplossing voor grote honden: REG NL 112727
Midaspot 400 mg spot-on-oplossing voor zeer grote honden: REG NL 112728

**Datum van toevoeging van bovenstaande bijsluitertekst aan diergeneesmiddelen.info: 21 februari 2017 (NB het is mogelijk dat een eventuele nieuwere versie nog niet in de collectie van diergeneesmiddelen.info is verwerkt).

Status voor gebruik bij dieren in Nederland

Vrij verkrijgbaar zonder recept.