Naam en adres van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen
en de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte, indien verschillend
Registratiehouder: Vétoquinol B.V. |
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
|
Aard van het middel
Hormoonpreparaat.
Benaming van het diergeneesmiddel
Vetacortyl.
Oplossing voor injectie.
Gehalte aan werkzame en overige bestanddelen
Per ml:
Werkzaam bestanddeel: methylprednisolonacetaat 40 mg
Hulpstof:
Methyl-parahydroxybenzoaat (E218) 1,2 mg
Propyl-parahydroxybenzoaat (E216) 0,2 mg
Indicaties
- met jeuk en exsudatie gepaard gaande huidaandoeningen;
- osteo-articulaire en musculaire aandoeningen.
Contra-indicaties
- virusinfecties;
- diabetes mellitus;
- osteoporose;
- hartafwijkingen;
- nierafwijkingen;
- schimmelinfecties;
- cornea ulcera;
- brandwonden;
- dracht (alleen bij hoge doseringen).
Bijwerkingen
- abortus in het laatste derde deel van de dracht;
- afnemende weerstand tegen alle ziekteverwekkers: verhoogde kans op septicaemie en septische cystitis, maskering van infecties, immunosuppressieve werking;
- bijniersuppressie bij langer durende behandeling met kans op bijnierinsufficiëntie bij belasting van het dier zoals stress en bij acuut stoppen van de therapie;
- katabolisme met als gevolg: spieratrofie, myopathie en vertraging van de wondgenezing;
- osteoporose;
- remming van de lengtegroei van beenderen;
- huidatrofie;
- diabetes mellitus;
- polyurie;
- polydipsie;
- polyfagie;
- euforie;
- ulceraties in het gastro-intestinale systeem;
- pancreatitis;
- hyperlipidaemie;
- toename van de lipolysis;
- vettige infiltratie van de lever met steroïd-hepatopathie;
- remming van het hypothalamus-hypofyse-bijniersschorssysteem;
- afname van de thyroïdsynthese;\
- toename van de parathyroïd synthese;
- morbus Cushing.
Diersoorten waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Hond en kat.
Dosering en toedieningsweg
Hond
Intramusculair: afhankelijk van het gewenste effect 0,2 - 5 mg/kg (= 0,05 – 1,25 ml per 10 kg lichaamsgewicht) eenmalig. De richtdosering is 1 mg/kg lichaamsgewicht (= 0,25 ml/10 kg lichaamsgewicht).
Bij intramusculaire toediening is 1 injectie doorgaans voldoende voor een therapeutisch effect van ongeveer 3 à 4 weken.
Indien het effect als onvoldoende wordt aangemerkt, verdient het herhalen van de behandeling de voorkeur boven het verhogen van de dosering. Minimum interval is 1 week.
Subconjunctivaal: afhankelijk van de grootte van het dier en de ernst van de aandoening 0,125 - 0,5 ml, overeenkomend met 5 - 20 mg methylprednisolon.
Intrasynoviaal: maximaal 20 mg (= 0,5 ml).
De behandeling kan 1 maal per week herhaald worden, afhankelijk van het effect.
Kat
Subcutaan: algemene richtdosering per kat is 2 mg/kg lichaamsgewicht (= 0,25 ml/5 kg) eenmalig.
Bij ernstige aandoeningen kan deze dosering verhoogd worden tot 4 mg/kg lichaamsgewicht (= 0,5 ml/5 kg) eenmalig.
De behandeling kan 1 maal per week herhaald worden.
Wachttermijn
Niet van toepassing
Houdbaarheidstermijn
24 maanden.
Aangeprikte flacon: 1 maand.
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25° C.
Niet in koelkast bewaren en niet invriezen.
Speciale waarschuwingen
Speciale voorzorgsmaatregelen bij gebruik
Indien toegediend per injectie kan, afhankelijk formulering en plaats van toediening, het (lokale) effect van methylprednisolon op de injectieplaats relatief groter zijn (ten opzichte van het systemische effect).
Gebruik tijdens dracht en lactatie
Het middel mag in het laatste derde deel van de dracht niet gebruikt worden.
Interactie(s) met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Geen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Er zijn geen andere nadelige effecten bekend dan genoemd onder rubriek 'Bijwerkingen'.
Speciale waarschuwingen voor elk dier waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Geen.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
Geen.
Belangrijke onverenigbaarheden
Geen.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen van niet-gebruikte diergeneesmiddelen of eventuele restanten hiervan
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale vereisten te worden verwijderd.
De datum waarop de bijsluiter voor het laatst is herzien**
6 januari 2004
Overige informatie
Farmacologische eigenschappen
Farmacotherapeutische groep: Glucocorticosteroïd voor systemisch gebruik
ATCvet-code: QH02AB04
Prednisolonacetaat is een glucocorticosteroid dat een anti-inflammatoire activiteit vertoont die in vergelijking met hydrocortison viermaal groter is.
De door methylprednisolon geïnduceerde effecten zijn afhankelijk van de hoogte van de dosering. Gerangschikt naar toename in dosering per dag zijn deze effecten voor waterige oplossingen in grote lijnen als volgt:
0,2-1 mg/kg remming van ontsteking
2-5 mg/kg immunosuppressie
Voornoemde doseringen zijn slechts richtwaarden. Tussen dieren kunnen grote individuele verschillen bestaan in reactie op de toepassing van methylprednisolon.
Verpakking: Bruine glazen (type II) injectieflacon met rubberstop en metalen felscapsule. Inhoud 5 ml.
Registratienummer: REG NL 08287
**Datum laatste aanpassing bovenstaande bijsluitertekst op diergeneesmiddelen.info: 19 maart 2017 (NB het is mogelijk dat een eventuele nieuwere versie nog niet in de collectie van diergeneesmiddelen.info is verwerkt).
Status voor gebruik bij dieren in Nederland
Uitsluitend door dierenartsen te gebruiken.