Naam en adres van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen
en de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte, indien verschillend
Registratiehouder:Eurovet Animal Health BV |
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:Eurovet Animal Health BV |
Aard van het middel
Anti-emeticum.
Benaming van het diergeneesmiddel
VOMEND 5 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten
Gehalte aan werkzame en overige bestanddelen
Werkzaam bestanddeel:
Metoclopramide (als hydrochloride monohydraat) 4,457 mg
overeenkomend met metoclopramide hydrochloride 5 mg
Hulpstof:
Benzylalcohol (E1519) 18 mg
Heldere, kleurloze, waterige oplossing.
Indicatie(s)
Symptomatische behandeling van braken en verminderde gastrointestinale motiliteit, geassocieerd met gastritis, pylorusspasme, chronische nefritis en spijsverteringsintolerantie voor bepaalde geneesmiddelen.
Contra-indicaties
Niet gebruiken in gevallen van gastro-intestinale perforatie of obstructie.
Bijwerkingen
In zeer zeldzame gevallen (minder dan 1 van de 10.000 dieren, inclusief geïsoleerde rapporten) werden na de behandeling van honden en katten extrapiramidale stoornissen (agitatie, ataxie, abnormale lichaamshouding en/of bewegingen, prostratie, tremor en agressie, vocalisatie) waargenomen.
Deze bijwerkingen zijn van voorbijgaande aard en verdwijnen zodra de behandeling wordt stopgezet.
In zeer zeldzame gevallen kunnen zich allergische reacties voordoen.
Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
Diersoorten waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Hond, kat.
Dosering en toedieningsweg
Voor intramusculair of subcutaan gebruik.
0,5 mg metoclopramide hydrochloride per kg lichaamsgewicht, indien nodig herhalen om de 6-8 uur.
Aanwijzingen voor een juiste toediening
5 mg/10 kg (overeenkomend met 1 ml/10 kg)
Injecties mogen om de 6 – 8 uur herhaald worden.
Wachttermijn
Niet van toepassing
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking.
Niet te gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket en de doos na EXP.
Houdbaarheid na eerste opening van de flacon: 28 dagen.
Speciale waarschuwingen
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
De dosering moet aangepast worden bij dieren met nier- of leverinsufficiëntie (vanwege een verhoogd risico op bijwerkingen). Vermijd toediening aan dieren met epilepsie.
De dosering dient nauwkeurig opgevolgd te worden, in het bijzonder bij katten en kleine hondenrassen.
Na langdurig braken moet een vocht- en elektrolytenvervangende therapie in overweging worden genomen.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
Handen wassen na toediening aan het dier.
In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.
In geval van accidentele aanraking met de huid of ogen, deze onmiddellijk met veel water spoelen. Indien bijwerkingen optreden dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
Uit laboratoriumstudies bij laboratoriumdieren zijn geen gegevens naar voren gekomen die wijzen op teratogene of foetotoxische effecten. Echter, studies bij laboratoriumdieren zijn beperkt en de veiligheid van het werkzame bestanddeel is niet onderzocht ten aanzien van de doeldieren. Gebruik van het product tijdens dracht en lactatie moet bepaald worden overeenkomstig de baten/risicobeoordeling van de behandelend dierenarts.
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
In geval van gastritis dient het gelijktijdig gebruik van anticholinerge geneesmiddelen (atropine) te worden vermeden, aangezien deze het effect van metoclopramide op de gastrointestinale motiliteit kunnen tegenwerken.
Er is geen contra-indicatie voor het gebruik van anticholinerge geneesmiddelen in geval van gelijktijdige diarree.
Gelijktijdig gebruik van metoclopramide met neuroleptica die van phenotiazine (acepromazine) en butyrofenonen zijn afgeleid, verhoogt het risico op extrapiramidale effecten (zie rubriek Bijwerkingen).
Metoclopramide kan de werking van depressiva van het centrale zenuwstelsel versterken. In geval van gelijktijdig gebruik wordt het aanbevolen om de laagste dosering van metoclopramide te gebruiken om overmatige sedatie te voorkomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
De meeste klinische tekenen die werden gerapporteerd na overdosering zijn bekende extrapiramidale bijwerkingen (zie rubriek Bijwerkingen).
Bij afwezigheid van een specifiek antidoot, wordt het aanbevolen om het dier een rustige omgeving te bieden totdat de extrapiramidale bijwerkingen zijn verdwenen.
Omdat metoclopramide snel wordt gemetaboliseerd en uitgescheiden, verdwijnen de bijwerkingen over het algemeen snel.
Onverenigbaarheden
Niet vermengen met andere diergeneesmiddelen.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen van niet-gebruikte diergeneesmiddelen of eventuele restanten hiervan
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de nationale vereisten te worden verwijderd.
De datum waarop de bijsluiter voor het laatst is herzien**
8 oktober 2015
Overige informatie
Verpakkingsgrootten: 1 flacon met 5, 10, 20, 25, 30 en 50 ml injectieoplossing.
1 flacon in een kartonnen doos.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Registratienummer: REG NL 106887
**Datum laatste aanpassing bovenstaande bijsluitertekst op diergeneesmiddelen.info: 3 maart 2017 (NB het is mogelijk dat een eventuele nieuwere versie nog niet in de collectie van diergeneesmiddelen.info is verwerkt).
Status voor gebruik bij dieren in Nederland
Uitsluitend verkrijgbaar bij een dierenarts of op recept van een dierenarts bij een apotheek.